Home>Blog>L van Lampas 7 Ovidius

L van Lampas 7 Ovidius

L van Lampas 7 Ovidius

Als cadeau voor het lustrum van Lampas bespreek ik in deze serie tien keer vijf Lampasartikelen: De vijftig van Lampas. Met links naar het nieuwe digitale Lampasarchief. Lampas is inmiddels al halverwege de 51ste jaargang en deze rubriek ter ere van het vijftigjarig bestaan is nog niet afgerond… Om een flinke slag te slaan en omdat het aanbod aan Ovidiusartikelen nu eenmaal zeer groot is, bevat deze aflevering maar liefst tien artikelen over Ovidius, de examenauteur Latijn voor volgend schooljaar.

Overigens bespreekt Pieter van den Broek in het recentste nummer van Lampas (juni 2018) de stand van zaken in het wetenschappelijk onderzoek naar Ovidius. Van de besproken auteurs spreken Mark Heerink en Pieter van den Broek beide op de  VCN Nazomerconferentie op 21 en 22 september. Pieter van der Broek verzorgt samen met Suzanne Adema de colleges voor docenten met een examenklas Latijn tijdens de Zomerschool Klassieken in Amsterdam. Ook zal hij een plenaire lezing verzorgen op de VU Nascholingsdag op 16 november 2018.

Tien (en meer) artikelen over Ovidius: 

  • Holleman, A.W.J., Horatius bespied door Ovidius, 1970-71, 3, nr. 2, 118-124
    In Tristia 4.10, onderdeel van het examenpensum 2019, wijdt Ovidius twee verzen aan Horatius (49-50). Holleman bespreekt aan de hand van deze twee verzen de mogelijke opvattingen van Ovidius over Horatius en concludeert aan het eind van het artikel: “Vlijmscherpe  Ovidius  heeft  het  niet  kunnen  laten  om,  in  een  enkel  distichon  magistraal  van  formule,  de  vermaledijde  poeta  laureatus van  weleer  in  heel  zijn  armzalige  naaktheid  neer  te zetten.”
    Naar het artikel
     
  • Dooren, F. van, De logische vertelstructuur van Ovidius, Pyramus en Thisbe (Met. 4.55-166), 1977, 10, nr. 2, 143-150
    Van Dooren stelt in dit artikel dat de episode over Pyramus en Thisbe de best geslaagde metamorphose uit Ovidius’ werk is. Hij schrijft dat succes toe aan Ovidius’ verteltechniek en de manier waarop hij het ongewone verloop van de gebeurtenissen voor de lezer acceptabel maakt. Om dit te illustreren bespreekt Van Dooren vervolgens de structuur van het Pyramus en Thisbe verhaal. Het artikel citeert het Latijn, maar de aanpak van Van Dooren lijkt ook geschikt voor een bespreking van de vertaling van dit verhaal, onderdeel van het examenpensum 2019.
    Naar het artikel
     
  • Hane-Scheltema, M. d’, Speurtocht naar een dichtersspel, 1988, 21, nr. 4/5, 333-345
    In 1988 verscheen een themanummer over Ovidius, om docenten en hun leerlingen te ondersteunen bij de voorbereiding op het vernieuwde examen in 1990. d’Hane-Scheltema behandelt in haar bijdrage een  aantal  problemen  in  de  autobiografie Tristia  4.10. Ze ziet de wisselwerking  van  openheid   en  zich  verschuilen als  een  kenmerk  van  Ovidius'  poëzie.  Tristia 4.10 is ook in 2019 onderdeel van het examenpensum.
    Naar het artikel
     
  • Hengst, D. den, Ovidius ludens. De geestigheid van Ovidius, 1988, 21, nr. 4/5, 346-360
    In hetzelfde themanummer uit 1988, gaat Den Hengst in op de humor van Ovidius. Den Hengst beschrijft allereerst Ovidius’ afstandelijkheid (tot het leven in Rome en tot zijn persoonlijke leven), zijn besef  van  het  artificiële  karakter  van  literatuur  en  de neiging  tot  het  produceren  van  'meta-literatuur'. Hij ziet deze drie dingen als de voedingsbodem voor Ovidius’ humor en illustreert dat aan de hand van enkele voorbeelden uit zijn liefdespoëzie,  Amores  en  Ars  amatoria,  en  zijn  Metamorphosen.
    Naar het artikel
     
  • Bossuyt, I., Ovidius in musica. Ovidius als inspiratiebron in de muziek van de vijftiende tot de achttiende eeuw, 1988, 21, nr. 4/5, 400-418
    Het hele themanummer uit 1988 is natuurlijk de moeite waard, maar omwille van de ruimte noem ik nog slechts een derde en laatste artikel, als voorbeeld van de artikelen in dit nummer waarin receptie centraal staat. Bossuyt laat de rol van Ovidius in de muziek zien in de vijftiende, zestiende, zeventiende en achttiende eeuw, “of van de  Italiaanse  frottola  en  de  Duitse  humanistische  ode  tot  de  hervormingsopera's  van  Gluck”.  Voor de  zeventiende  en  de  achttiende  eeuw  is de bespreking geconcentreerd op  de  Italiaanse  opera,  de  Franse  'tragédie  lyrique'  en,  voor  Engeland,  de  masque  en  het  oratorium.
    Naar het artikel

In 1997 verschenen weer een aantal artikelen over Ovidius samen in één Lampas, dit keer ter ere van Euroclassica 1996, in Nijmegen. Dit themanummer bevat bijdragen van V. Hunink over Narcissus en Echo, van F. van Campen over Narcissus beeldende kunst en de volgende twee artikelen:

  • Holzberg, N., Playing with His Life. Ovid’s ‘Autobiographical’ References, 1997, 30, nr. 1, 4-19
    Holzberg behandelt in zijn bijdrage elementen in Ovidius’ gedichten waarin de dichter het over zichzelf en zijn eigen leven heeft. Het redactioneel van deze bijdrage merkt op dat de lezer zal merken dat de aanhalingstekens om het adjectief ‘autobiographical’ in de titel zeer op hun plaats zijn. Meteen aan het begin van zijn artikel stelt Holzberg: ‘What we think we know is, in point of fact, drawn almost exclusively from references made by the first-person speaker in Ovid’s work.’ Een relevant artikel voor de bespreking van Trisitia 4.10.
    Naar het artikel
     
  • Boeft, J. den, Ovidius’ Metamorphosen: na de Ars Amatoria een epos amatorium?, 1997, 30, nr. 1, 20-32
    Den Boeft gaat in op het genre van de Metamorphosen. Hij behandelt in zijn artikel de vraag in hoeverre de elegische poëzie uit het begin van Ovidius’ schrijverschap een stempel gedrukt heeft op de Metamorphosen. Hij komt daarbij uit op de vraag of dit werk wel een epos is. Den Boeft beargumenteert dat dit werk inderdaad een epos is en bespreekt de Metamorphosen als een epos waarin emoties centraal staan, en niet alleen de liefde. Een mooie onderzoeksvraag voor in de klas: welke emoties staan centraal in de verschillende episoden van het pensum.
    Naar het artikel

En dan nog drie artikelen uit deze eeuw:

  • Kroon, Caroline, De fotograaf vertelt: Tekstsamenhang in Ovidius’ Metamorphosen, 2006, 39, nr. 3, 226-244
    Ovidius is meer een fotograaf dan een regisseur: in plaats van een doorlopende speelfilm biedt Ovidius een diaserie met mooie, tot in detail uitgewerkte, maar statische beelden. Aan de hand van deze metafoor verduidelijkt Kroon in dit artikel de vertelstijl van Ovidius, waarbij zij ingaat op het gebruik van partikels, pronomina en werkwoordstijden. Dit artikel biedt overigens theoretische achtergrond bij lesmateriaal over Echo en Narcissus Echo en Narcissus en Hermaphroditus en Salmacis.
    Naar het artikel
     
  • Gomperts, Tessa, Een interactieve reis door Ovidius’ Metamorphosen, 2007, 40, nr. 3, 253-255
    In de allereerste aflevering van de rubriek In Situ bespreekt Gomperts een website die nog steeds online is: http://www.iconos.it/. Gomperts loodst de lezers door de site en bemoedigt hen zich niet door het Italiaans af te laten schrikken. De website bevat een keur aan afbeeldingen met toelichting en tekstuele bronnen bij de verhalen van de Metamorfosen.
    Naar het artikel
     
  • Heerink, Mark, Van elegie naar epos: Ovidius over zijn Metamorphosen, 2009, 42, nr. 4, 299-322
    Heerink bespreekt in dit artikel wat Ovidius’ ‘elegische epos’ over zichzelf zegt. Om dat goed te kunnen doen, bespreekt hij eerst poëticale fragmenten uit poëzie van de Hellenistische tot de Augusteïsche periode. Ook plaatst hij de Metamorphosen in het oeuvre van Ovidius. Heerink behandelt in dit artikel verschillende passages uit het examenpensum van 2019 (fragmenten uit de episodes over Daphne en Apollo en over Pygmalion).
    Naar het artikel
Terug naar het nieuwsoverzicht