Home>Blog>L van Lampas 1, examen Latijn 2018

L van Lampas 1, examen Latijn 2018

L van Lampas 1, examen Latijn 2018

Lampas bestaat in 2017 vijftig jaar! Als cadeau voor dit lustrum bespreek ik in deze serie tien keer vijf Lampasartikelen, De vijftig van Lampas. Met links naar het nieuwe digitale Lampasarchief

Pensum Latijn 2018

Het examenpensum Latijn bestaat voor 2018 uit filosofische teksten van Cicero en Seneca. Het Signalement van Teun Tieleman in Lampas 50.2 biedt een overzicht van recente literatuur over de werken van deze auteurs. Ook het archief van Lampas zelf heeft over beide auteurs een flinke set artikelen te bieden. Ik noem er vijf:

  • Boeft, J. den, Philosophiam Latinis litteris illustrare: Cicero’s romanisering van een genre, 2000, Lampas 33, nr. 1, 46-62
    In Cicero’s tijd bestond in Rome een levendige belangstelling voor filosofie. Het was Cicero een doorn in het oog dat er nog geen Latijnse prozatekst over filosofie voorhanden was. Jan den Boeft bespreekt in dit artikel hoe Cicero de taak heeft opgevat om deze leemte in het Latijnse proza te vullen. Het artikel plaatst Cicero’s filosofische geschriften daarmee in hun context en schetst bijvoorbeeld hoe Cicero een Latijns vocabulaire moest ontwikkelen om filosofische teksten te schrijven.
    Naar het artikel (blader naar pagina 46)
  • Algra, Keimpe, Achtergronden bij Cicero’s filosofische geschriften, 2000, Lampas 33, nr. 1, 63-78
    Keimpe Algra laat zien hoe Cicero enerzijds zijn inspiratie en zijn materiaal ontleende aan de bestaande wijsgerige traditie, terwijl hij anderzijds dat materiaal op een creatieve manier verwerkte in dienst van een eigen 'agenda'. Algra legt het accent op Cicero's relatie tot de filosofische traditie van de Academie. Daarnaast bespreekt hij ook kort de visie van Cicero op de Stoa en het Epicurisme.
    Naar het artikel (blader naar pagina 63)
  • Bolkestein, A. Machtelt, Zand zonder kalk: Cohesie en het proza van Seneca, 1986, Lampas 19, nr. 3/4, 298-308
    Machtelt Bolkestein illustreert aan de hand van Seneca Epistula 47 enige cohesieverschijnselen. Ze laat zien dat er minstens twee typen cohesie onderscheiden moeten worden, namelijk de continuïteit van constituenten en de semantische relatie tussen zinnen (predicaties). In haar conclusie stelt zij: “De bekeken brief zou gekarakteriseerd kunnen worden als extreem cohesief:  de cohesie is gebaseerd op parafrase en illustratie, en het procédé van de herhaling. Op het punt van inhoudelijke cohesie zou de kwalifikatie harena sine calce niet op zijn plaats zijn. Er is wél vaak sprake van de afwezigheid van expliciete markering van inhoudelijk verband.”
    Naar het artikel (blader naar pagina 298)
  • Fisser, Caroline, Was Seneca’s dood zijn leven? Een introductieles, 1989, Lampas 22, nr. 5, 377-390
    Het artikel van Caroline Fisser is vakdidactisch van aard en onderstreept het belang van een goede introductie bij een tekst of set teksten. Fisser biedt eigenlijk een kant-en-klare introductieles op het Seneca-deel van het pensum. Doel van de les is het wekken van de interesse van de leerlingen voor Seneca. Andere uitgangspunten voor het ontwerp van de les waren aandacht voor receptie, variëteit in werkvormen en de mogelijkheid voor leerlingen tot zelfexpressie.
    Naar het artikel (blader naar pagina 377)
  • Goris, M. en P. Verhoeven. (1989). ‘Seneca: filosoof, didacticus en propagandist. De uitwerking van de eindexamensyllabus Seneca.’ Lampas 22.5, 391-400.
    Als laatste in deze greep uit Lampasarchief een vakdidactisch artikel van Mannus Goris en Pim Verhoeven.  Ze doen suggesties voor de manier waarop de filosofische teksten ook als filosofische teksten behandeld kunnen worden in de les. Helemaal aan het begin van het artikel benoemen ze bovendien de zoekkaders waarmee de hun schrijfgroep het pensum bestudeerd heeft om de examensyllabus (1991) om te vormen tot leerlingenmateriaal. Deze zoekkaders gaan van moeilijkheden in de morfologie tot aansluiting bij de belevingswereld van leerlingen en zijn nog altijd zeer waardevol voor docenten die zelf een pensum Griekse of Latijnse teksten willen samenstellen. De zoekkaders geven namelijk een indicatie waar de vakinhoudelijke en vakdidactische kennis van docenten Latijn  over Latijnse filosofische teksten uit bestaat. 
    Naar het artikel (blader naar pagina 391)

De artikelen van Fisser en van Goris en Verhoeven staan overigens in een themanummer met nog veel meer interessante bijdragen over Seneca, maar dan zou ik meteen in de eerste aflevering van dit felicitatieblog al over de vijf artikelen heen gaan...

Terug naar het nieuwsoverzicht