Home>Blog>L van Lampas 5, Augustus

L van Lampas 5, Augustus

L van Lampas 5, Augustus

Lampas bestaat vijftig jaar! Als cadeau voor dit lustrum bespreek ik in deze serie tien keer vijf Lampasartikelen: De vijftig van Lampas. Met links naar het nieuwe digitale Lampasarchief

In deze aflevering: vijf artikelen over Augustus en de augusteïsche periode, vanwege de aanstaande nascholingsdag over Augustus’ Res Gestae (klik voor meer informatie over de nascholing) De artikelen komen overigens bijna allemaal uit de vorige eeuw, het is dus misschien wel tijd voor weer wat Augustus in Lampas!

  • Blois, L. de, De erfenis van de Romeinse burgeroorlogen en de opbouw van de monarchie van Augustus, 1980, Lampas 13, nr. 1, 23-39
    De Blois geeft een analyse van de opbouw van Augustus’ monarchie en de factoren die geleid hebben tot zijn succes. Hij presenteert die opbouw tegen de achtergrond van de erfenis van de burgeroorlogen en Caesars dictatuur. De Blois beschrijft de opbouw van Augustus’ macht in dit artikel als een proces van trial and error. Het was een langdurig proces, mogelijk vanwege Augustus’ lange regeerperiode. Eerst kreeg Augustus de leiding van een groep belanghebbenden, mensen met interesse in zijn Caesar-naam en zijn geld. Vervolgens kreeg hij van een een bredere groep in de bevolking het mandaat, eerst van Italië en de westelijke provincies en daarna van senaat en volk. Uiteindelijk kreeg hij zijn leiderschap trekken van een monarch sui iuris, vanwege zijn verdiensten en kwaliteiten maar ook, als divi filius, met goddelijke associaties.
    Naar het artikel
     
  • Breebaart, A.B., Het gedrag van Augustus: rollenspel en verwachtingspatroon, 1980, Lampas 13, nr. 1, 5-22
    Voor Augustus, betoogt Breebaart, was het na de wrede burgeroorlogen van groot belang om gedrag te vertonen dat hem geaccepteerd en zelfs populair zou maken.Voor Breebaart is de vraag of Augustus daarbij huichelde of integer was niet interessant. Hij stelt dat Augustus’ gedrag niet goed begrepen kan worden als we er over praten in modern-politieke termen: “De burger in Rome beoordeelde een politicus niet op de kwaliteiten van professioneel politiek handelen, maar op de mate waarmee hij erin slaagde de juiste toon te treffen.” Breebaart bespreekt de Res Gestae en testimonia uit de literatuur, waarbij hij focust op Augustus als weldoener, als eerste burger en als agoog.
    Naar het artikel
     
  • Murray, William M., Een nieuwe kijk op de Slag bij Actium, 1993, Lampas 26, nr. 3, 206-223
    In een themanummer over scheepvaart geeft Murray in dit artikel zijn visie op de Slag bij Actium, de zeeslag die wordt gezien als het begin van het Augusteïsch principaat. In de jaren na Actium werd de slag erkend als het beslissende moment in de opkomst van Augustus Caesar. Murray komt tot een interpretatie van de gebeurtenissen bij Actium op grond van destijds nieuw archeologisch materiaal en een analyse van de literaire bronnen.
    Naar het artikel
     
  • Boeft, J. den, Oorlog en vrede in de augusteïsche poëzie, 1986, Lampas 19, nr. 5, 379-392
    De slag bij Actium speelt ook een rol in dit artikel van Den Boeft. Onderwerp van het artikel zijn de opvattingen over oorlog en vrede die blijken uit de poëzie van Propertius, Tibullus, Horatius en Vergilius. Den Boeft bespreekt de opvattingen over vrede in Tibullus en Propertius als uitingen van hun individualisme, niet als tekenen van een bewuste vorm van pacifisme. Horatius en Vergilius zijn niet tegen oorlog. Zij beklagen zich over oorlog tússen Romeinen, maar oorlogen tegen andere volken zijn een heel andere, gerechtvaardigde, zaak: “Rome's macht moet op heel de wereld gevestigd worden, door militaire campagnes, onder algehele leiding van de almachtige princeps Octavianus Caesar, sinds januari 27 Augustus. Dat impliceert vrede, dat is de pax Romana, die een pax Augusta werd.” Om ook de slag bij Actium als gerechtvaardigde zaak te kunnen presenteren, wordt deze niet gepresenteerd als burgeroorlog maar als oorlog tussen Oost en West, zo betoogt Den Boeft. Hij gebruikt daarbij Vergilius’ schildbeschrijving (Aeneis 8) als voorbeeld.
    Naar het artikel
     
  • Moormann, Eric., Liefdesplaatsen in het kuise Rome van Augustus, 2014, Lampas 47, nr. 3, 224-245.
    Moormann richt zich op Augustus in het werk van een andere dichter, Ovidius. Hij bespreekt in zijn artikel aan de hand van een passage uit Ovidius’ Ars amatoria een aantal plaatsen in Rome, Augustus’ bouwprogramma en zijn kuisheidswetgeving. Moormann levert daarmee een bijdrage aan de discussie over mogelijke redenen voor de ballingschap waar Ovidius het in zijn werken over heeft. Moormann beargumenteert namelijk dat Ovidius Augustus beledigd kan hebben door middel van de locaties die hij in zijn Ars Amatoria noemt als geschikte locaties voor jongemannen om meisjes te ontmoeten. Deze locaties komen overeen met een aantal door Augustus gebouwde of gerenoveerde complexen. Zo steekt Ovidius volgens Moorman “op geestige manier de draak met zowel de enorme hoeveelheid door hem [Augustus] geïnitieerde bouwprojecten als de kuisheidswetgeving in de laatste decennia van diens bewind”.
    Naar het artikel

 

 

Terug naar het overzicht